• Bij het lezen van de titel van dit verhaal zie ik je denken; 'Zou dit nou echt zo zijn?!'
    Nou, met grote aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wel. Als je bedenkt dat vanaf 1960 alle doelpuntenmakers voor 98% in beeld zijn en dat dit voor de periode tussen 1950-1955 ook geldt, dan kan het bovenstaande zeker gesteld worden. Blijft er nog een periode van 10 jaar openstaan waarin +/-250 doelpunten zijn gescoord en 60% daarvan zou dan door een persoon gescoord moeten zijn. Je begrijpt het, een kans die uitermate klein zal zijn geweest, vooral als je je bedenkt dat er in deze 10-jarige periode zeker 20/25 verschillende spelers hun opwachting mochten maken en S.V. Gramsbergen niet bepaald een hoogvlieger op de ranglijsten was.

    De statistiek – Topscorer allertijden – heeft binnen de Groen-witte familie nooit echt een (prominente) plek gehad. Simpelweg omdat het nooit is bijgehouden. Toch zijn er een aantal personen geweest die zich, zonder het waarschijnlijk zelf te weten, topscorer allertijden van onze mooie club hebben mogen noemen.

    De eerste speler, zover bekend uiteraard, die echt prominent van zich laat horen als doelpuntenmaker is Harm Evers. De vader van 's lands bekendste (ex)Radio-dj, welke tevens binnen muziekvereniging Crescendo furore maakte, maakte tussen 1950 en 1956 veertien doelpunten. In deze periode werd in competitieverband maar 120x gescoord, dus met een aandeel van meer dan  10% mag dit best vrij aardig genoemd worden. Tot op heden is hij dan ook de maker van de oudst bekende hattrick in het eerste elftal (24/2/1951; sv Gramsbergen – B.C.S.V.(Borne): 5-1).

    Vanaf begin jaren '60 stromen er vanuit de jeugd steeds meer talenten door in de senioren-elftallen. Een drietal spelers in het bijzonder zouden zich in de daarop volgende seizoenen op de doelpuntenladder gaan roeren. De eerste van deze drie spelers is Berend Jan Spijkers. Vanaf mei 1964 begint zijn scoringsdrift. In totaal weet hij 27 keer het net te vinden, totdat hij op 23 maart 1968 wordt ingehaald door de tweede van het trio spelers, wijlen Evert Beenen. De derde speler met een neusje voor het doel is Bennie Jonkeren. Op 7 oktober 1972 weet deze (vleugel)spits Evert Beenen te passeren en zijn score in de seizoenen erna verder uit te bouwen tot 46 doelpunten. Hij kan echter niet lang genieten van de prestigieuze titel. Beenen zit namelijk zelf ook niet stil en wanneer Jonkeren aan het einde van het seizoen '73/74 kiest voor een studie in het westen van het land neemt Beenen de 'kroon' op 2 april 1977 weer over. Hij weet in totaal 53 doelpunten te maken en mag zich, met terugwerkende kracht, de enige speler noemen die de eretitel twee keer in bezit heeft gehad. En de tweede periode zelfs een stuk langer dan de eerste, maar liefst 8 jaar.

    Vervolgens wordt hij ingehaald door de man die tot op heden de eretitel het langst heeft mogen dragen, Henk Kroezen. Op 17 maart 1984 scoort hij in de wedstrijd tegen DKB '44 zijn 54ste doelpunt, waarmee hij Beenen weet te passeren. Tot het einde van zijn actieve carrière in het 1e elftal weet hij zijn score verder uit te bouwen tot exact 100 doelpunten. Op 28 maart 1992 werd hij de eerste speler die deze magische grens wist te bereiken. Na hem is dit nog maar door drie andere spelers nagedaan,
    wat aangeeft hoe zo'n bijzonder aantal het was.

    Zoals al eerder vermeld was Henk Kroezen diegene die titel het langst heeft mogen dragen, namelijk van 17 maart 1984 tot 29 september 2007. Iets meer dan 23(!)jaar dus. Z'n opvolger, Maarten Tromp, werd een week ervoor pas de 2e speler die de magische grens van 100 doelpunten wist te bereiken. En Maarten ging nog een stapje verder. Op 14 april 2012 werd hij zelfs de eerste speler die 150 doelpunten wist te scoren, iets wat nog niemand voor hem had weten te presteren. Op 10 mei 2014 maakte Maarten z'n laatste doelpunt in het eerste elftal, waarmee de eindstand op 154 doelpunten werd vastgesteld. In zijn laatste wedstrijd werd hij gewisseld voor... juist jah, dat andere doelpuntenkanon. Roy Seinen maakte in die wedstrijd zijn eerste officiële doelpunt. En nu, ruim 8 jaar later, is dus de grens van die 154 doelpunten reeds bereikt. Waar het 'Fenomeen van de Dennendijk' de grens laat eindigen weten we natuurlijk nog niet, maar met het aantal jaren wat hij nog voor de boeg heeft kon het nog wel eens een mooi aantal gaan worden.

    Doelpuntenmakers met elkaar vergelijken is altijd een lastige kwestie. Op basis van persoonlijke kwaliteiten misschien nog niet eens zo, maar deze topscorers speelden in verschillende tijden met daaraan gekoppeld verschillende niveaus. Met name de eerste twee titelhouders maakten veel doelpunten in de afdeling Zwolle. Omgezet naar de huidige klasseindelingen zou dat een 4e of 5e
    klasse zijn geweest. Door de afschaffing van de districtsbonden in 1996 en de introductie van een hoofdklasse in 1997 hebben er een aantal verschuivingen plaats gevonden. Henk Kroezen maakte veel van zijn doelpunten in de 3e en 4e klasse, te vergelijken met de huidige 2e en 3e klasse waarin Roy Seinen al zijn goals heeft gemaakt.

    Maakt het dat door deze klasseverschuivingen de prestaties in een ander daglicht moet worden geplaatst? Uiteindelijk is elk aantal gemaakt door deze spelers een bijzonder aantal, ongeacht de kwaliteiten van de tegenstanders. Wat buiten kijf staat is dat deze spelers met al hun kwaliteiten een neusje voor de goal hebben/hadden en menig Groet-witsupporter hebben doen juichen door de
    jaren heen. Iets wat voor alle mensen die sv Gramsbergen een warm hart toedragen, sportief gezien, als het belangrijkste wordt ervaren.

    Namens SVG-stats,
    Prettig weekend!